Wild
|
Wild (juli 1999)
Exotisch en uitheems is in de mode. Je telt niet mee als je niet minstens één tijger, panter of slangenprint kledingstuk hebt. Wèl nep natuurlijk, als je tegenwoordig met een bontjas loopt kan je rekenen op algemene afkeuring. Ook de mijne trouwens. Het beschermen van dieren is gewoon, in tegenstelling tot de jaren 70 toen alleen enkele milieufanaten zich zorgen maakten over het lot van walvissen, en Bardot nog gewoon met haar decolleté rondsjouwde in plaats van met babyzeehondjes. Het werd een tikje geitenwollensokkerig gevonden om je zorgen te maken over het milieu. Dat is nu wel anders. Maar of het er ook echt beter op wordt? Ik betwijfel het. Elke dag worden er programmas uitgezonden die over dieren gaan. Dat zijn dan documentaires waarin één dier, één diersoort of alle dieren uit één bepaald gebied van zeer dichtbij gefilmd worden. Een dramatisch-intieme mannenstem vertelt erbij wat de dieren doen en waarom. Aan de aanzwellende muziek hoor je dat het leuke kleine zebraatje op het punt staat door een hongerige leeuwin neergehaald te worden, of dat die haai vlak voor de camera zijn mond open gaat doen zodat de filmer zo ongeveer de binnenkant van zijn darmen op video kan vastleggen. Die met de haai is erg populair, trouwens, krokodillen doen het ook goed. Ik zag zelfs een dame die haar leven had gewijd aan het samenleven met comodo varanen: enorme hagedissen die ook alweer vreselijk bedreigd en zeldzaam zijn. Ze stopte ze lekkere hapjes in de bekken, kriebelde ze achter de oortjes (of op de plaats waar "achter de oren" zou zijn geweest als ze oren hadden gehad), ging Godbetert boven op die dieren liggen knuffelen. De commentaarstem vertelde wel vier keer dat het heel gevaarlijk was, wat ze deed. Het kan natuurlijk zijn dat er in mijn huis nogal selectief naar natuurfilms wordt gekeken: misschien zijn er evenveel films over huismussen, kokerwormen en Noordzeeharingen, maar dat interesseert een sensatiebeluste 12 jarige niet zo. Wèl is het lot van Keiko, de orka die ziek werd van zijn opsluiting in een te klein bassin, met aandacht gevolgd hier ten huize. Miljoenen werden er besteed aan zijn verhuizing, het was een commerciële operatie compleet met sponsors, welwillend glimlachende politici en te glamoureus geklede beroemdheden. Dit gebeurde terwijl niet veel verder een stuk of wat dolfijnen het leven verloren omdat ze vastzaten in visnetten, een Noorse walvisvaarder een potvis van drie jaar oud harpoeneerde, en men een baby tuimelaar ving om hem te trainen voor een show. Ik vraag me af hoe ze van die "in het wild" natuurfilms maken. Ik zou me toch kunnen voorstellen dat de meeste wilde dieren niet blij zijn met een camerateam in hun huiskamer. Misschien is het allemaal wel gewoon geregisseerd: die leeuwin en dat zebraatje zijn allebei getrainde werknemers van Circus Renz. Na de opnamen gaan ze gezellig weer het hok in voor respectievelijk een biefstuk en een pluk hooi. Of erger, en waarschijnlijker ook: het prooidier is door de cameraploeg van tevoren op een of ander wijze verminkt, of gedrogeerd, waardoor ze zeker weten dat er een mooie bloederige jachtscène te filmen komt, en waar dat zo ongeveer plaats gaat vinden. Je kunt het die leeuwin niet kwalijk nemen dat ze voor zon makkelijke hap kiest. Het is opvallend hoe veel van dat soort films er zijn. Als je in de krant leest dat er in heel Namibië nog maar 60 neushoorns zijn, en je ziet drie keer in één week een film waarin die beesten een rol spelen dan denk je: ze moeten onderhand álle neushoorns wel een keer gefilmd hebben. Het is op zijn minst verbazingwekkend te noemen dat de camerateams nooit per ongeluk elkaar filmen! Alle goede bedoelingen ten spijt, denk ik dat de filmers lichtelijk hun doel voorbij schieten. Zouden die neushoorns niet meer gebaat zijn bij simpelweg met rust gelaten worden? Om nog maar te zwijgen van die platgeknuffelde comodo varanen, en als Keiko om te beginnen nooit gevangen was zou niemand zich zorgen over hem hoeven maken. |