Het valt, ondanks alle comfort in de bus, niet
mee om echt te slapen. Jan doet nauwelijks een oog dicht, Lies dommelt zo af en toe wat.
Het is 850 km en 12 uur rijden, dus een hele zit. Als de prachtige roze zonsopgang eenmaal
is geweest kunnen we weer genieten van wat er buiten gebeurt. Dat is niet veel, we hebben
het dichtbevolkte gebied achter ons gelaten. Uitgestrekt woestijnlandschap, kilometer na
kilometer rechte weg.
Naast ons zitten twee jongens stripboekjes te lezen. Natuurlijk
kijken we tersluiks even wat ze lezen, maar dat is weinig verheffend. Pornografisch en sadistisch, nare lectuur.
Om 10.30 arriveren we, geheel volgens plan, in een rustig
zondagsochtends Chihuahua, waar op het station een kop koffie met een grote plak cake te
koop blijkt, we kunnen ondertussen kijken naar de televisie die een militaire plechtigheid
uitzendt met betrekking tot de dag van de vlag. Dat is het namelijk vandaag.
We rijden met een klein busje mee naar het centrum van de stad, een
jongen met cowboyhoed, puntlaarzen en franje aan zijn leren jasje vertaalt voor ons. Hij
ziet er prachtig uit! Dan wandelen we met de TSK in de hand naar het door ons gewenste
hotel: motel Maria Dolores. Omdat we twee nachten willen blijven pakken we wat uit,
genieten na de lange rit en de nacht in het griebushotel dubbel van een douche. Wel een
beetje schuldbewust, naast de douche hangt een groot bord dat ons aanspoort zuinig te zijn
met water, want er is niet zoveel van in Chihuahua in het droge seizoen. Verfrist stappen
we weer de straat op om de stad te gaan bekijken.
Chihuahua voelt als een ouderwetse wildwestfilm. Het wemelt van de
cowboys, bijna alle mannen hebben hoeden op, strakke jeans, grote gespen op de broekriem,
halsdoeken, puntlaarzen in de meest fantastische kleuren. Wij kijken onze ogen uit. Zij
ook, ze zien kennelijk niet vaak een toeriste. Jan werpt af en toe quasi-boze
bezittersblikken terug naar de ergste staarders. De andere opvallende bevolkingsgroep in
Chihuahua kijkt juist helemaal niet: het zijn Tarahumara's en dan voornamelijk de vrouwen.
Ze verkopen zelfgemaakte spulletjes op straat, ze zien er prachtig uit in kleurrijke
jurken. Ze zijn kennelijk nogal verlegen, en houden hun ogen neergeslagen. Veel van hen
hebben een kleintje in een draagdoek op de rug, de oudere Tarahumara-dames hebben hele
mooie karakteristieke gezichten.
Min of meer bij
toeval stuiten we op de Mercado, de markt. Een heel schouwspel, veel vers fruit en
groente, hoog opgestapeld. Ook wordt er kaas verkocht, onder andere Mennonietenkaas. De
Mennonieten wonen hier ook in de streek, en volgens de TSK brengen ze 's morgens
vroeg hun kaas naar de markt. Omdat de sekte uiteindelijk lang geleden door een
Nederlander gesticht is, wil Lies ze graag zien.
We hoeven niet lang te zoeken naar de kathedraal deze keer, het is
weer een heel mooi barok bewerkte, en het plein erbij (uiteraard Plaza de Armas geheten)
is koloniaal prachtig met een muziektentje, een hele rij schoenpoetsers, fruitverkopers en
tacobakkers.
We bellen naar huis, en gaan dan op zoek naar een lunch. In een
taqueria schuiven we aan en bestellen tortas especiales. Dat is iets heel erg lekkers! Een
warm broodje met vlees en kaas en groente. En een pittig sausje erbij. Overigens is het
opvallend hoeveel flesjes en potjes er op tafel worden gezet als je iets bestelt: meerdere
soorten en kleuren sausjes van pittig tot vreselijk scherp, strooipoedertjes en zout en
peper en nog zo het een en ander, zoals limoentjes. Vooral limoentjes, Jan gaat ze
gedurende de reis steeds lekkerder vinden.
Wij nemen nog een kop koffie en gaan weer op sjouw. Inmiddels is het
alweer een uur of drie, we zijn wat lamlendig.