We worden niet eens met hoofdpijn wakker
we besluiten het programma van gisteren wegens groot genieten te herhalen. Dus ontbijt
langs de boulevard in Fonda Ste Clara. Dezelfde oesterverkoper is zijn stalletje aan het
inruimen, je kunt zien dat dat jaar in jaar uit zo doorgaat
Dan naar de markt. Jan koopt nu ook een T-shirt, en we
schaffen een limoenpers aan, in de stellige overtuiging dat een culinair bijzonder goed
onderlegde kennis dit gereedschap nog niet heeft. Jan fotografeert ook de slagerij, en dat
levert een plaatje op waar je vegetariër van zou willen worden. Met wat koekjes en
crackers en water genoeg vervoegen wij ons via de bus weer bij een aanlegsteigertje
waarvandaan men ons naar Isla del Piedra gaat brengen. Ons stammetje ligt er nog op
dezelfde plek, we slepen er nog een tweede bij en maken een hoekje in de hoop zo het
stuifzand en de wind wat buiten te houden. En dan weer heerlijk zwemmen in de golven, af
en toe voelen we iets langs de benen schieten, en aan de pelikanen te zien zwemt er hier
inderdaad best veel vis ook. Als we na een uurtje in de zon liggen opgedroogd zijn horen
we motorgeluiden en stemmen. Lies gaat eens een kijkje nemen. Zeven mannen staan samen een
net binnen te halen. Hoe dichter de buit bij het strand komt, hoe meer vogels (pelikanen,
fregatvogels, meeuwen en zelfs een paar blauwe reigers) zich verzamelen in de hoop op een
visje.
De mannen trekken met veel inspanning ongeveer 30 kilo vis aan land.
Dode visjes die te klein zijn worden op het strand gegooid, een paar roggen en andere
bijzondere of ondermaatse exemplaren worden met zorg terug in zee gebracht. Het is mooi om
te zien hoe de vogels proberen de kleine visjes op het strand te verschalken.Er zijn
een paar honderd vogels en maar een stuk of zes visjes, en het vereist moed om zo dichtbij
die mensen te komen. Dan varen de mannen met hun buit en hun net weer weg, en de meeste
vogels volgen hen, of zoeken hun heil elders. En wij hebben het strand weer voor onszelf.
Terug in het hotel blijkt dat we toch echt wel genoeg zon gehad
hebben, we zijn allebei wel wat verbrand.
Jans nieuw aangeschafte T-shirt geeft verschrikkelijk af en er zit
een gat in ook. We zullen nog even terug moeten naar de markt.
Na het douchen
besluiten we naar de zonsondergang te gaan kijken, en Mexico bedient ons op onze wenken
met een duizelingwekkende reeks kleuren aan de hemel, doorkruist door rijtjes pelikanen
die plechtstatig naar het noorden zeilen. We kijken er naar, zittend op een muurtje dat
nog warm is van de zon.
Dit wordt onze laatste avond hier in Mazatlan, dus lopen we naar El
Cielo, om ons nog een keertje in de watten te laten leggen. Het is nog erg rustig, en de
over-attente ober brengt een extra portie salsa en chips als Lies zegt dat ze dat zo
lekker vindt, en we mogen kiezen wat we op televisie willen zien. Eigenlijk willen we geen
televisie zien, maar in Mexico heeft elke openbare ruimte een televisie. En het is wederom
happy hour: Nu ook bij El Cielo twee bier als je er eentje bestelt. Aan de andere kant van
het terras zit nog een stel toeristen te eten, en Lies kan haar ogen niet geloven als ze
merkt dat de dame precies hetzelfde fleece-vest aanheeft als zijzelf. Het blijken
inderdaad Nederlanders.
Jan wil graag eens langs de schouwburg lopen, en dat blijkt een
gouden zet want aan de overkant zit -eindelijk eindelijk- een echte espressobar. Waar ze
echte espresso verkopen. Joechei! Zelden heeft een kopje koffie zo lekker gesmaakt! Op de
terugweg stranden we weer op het terras van El Cielo, drinken nog wat bier en kletsen wat
met de ober, die alle vooroordelen over Nederland kent. Die vooroordelen van de rosse
buurt en de zedenloze moraal en de vrij verkrijgbare drugs. Toevallig is het wel dat we
eerder deze avond twee mannen in een dichte, geparkeerde auto zagen zitten, pas toen ze
uitstapten roken we de reden van al die hermetische beslotenheid: de heren rookten
marihuana.
Er is weinig aan de muziek op het podium vanavond, maar toch blijven
we tot een uur of twaalf. Morgen komt er een einde aan de Mazatlán-idylle.