De dag erna is stranddag. We gaan als echte
badgasten naar de toeristische stranden is het besluit. Alle waardevolle spullen laten we
achter in de hotelkluis, slechts enkele honderden pesos gaan mee. Dan wandelen we langs de
boulevard richting noorden, waar de Zona Dorada zich bevindt. Die zogenaamde Goudkust
wordt gedomineerd door grote hotels, all inclusive resorts, een McDonalds is er ook
al
wij griezelen van dat idee, te oordelen naar de reclames die kwistig verspreid
worden is het een dependance van de USA, en een bevestiging van alle vooroordelen over
Amerika die we al hadden. Het stukje Mazatlán waar wij bivakkeren is de oorspronkelijke
badplaats, in de jaren 50 The Place to be. Een plaquette aan de buitenmuur van ons hotel
vermeldt dat zelfs Jack Kerouac hier in zijn hoogtijdagen nog geslapen heeft
Lies
besluit prompt zijn On The Road weer te lezen. Verder is de vergane glorie aan alle
gebouwen goed te zien, de rij hotels en restaurants aan "ons" stukje boulevard
zijn in verschillende stadia van onttakeling. Gelukkig wordt er links en rechts ook
driftig gerenoveerd. De kleuren die men kiest voor nieuwe gebouwen zijn gedurfd: in een
bocht van de boulevard wordt, tegen een rotswand, een soort van paleisje opgetrokken
waarop men knalblauwe en kanariegeel betegelde koepeltjes heeft geplaatst. Het kan zo in
de Efteling!
Ook
al is het vroeg, het is erg warm. We passeren een paar uitkijkpunten, een ervan is een
klif waarbij men bij de juiste waterstand een spectaculaire duik kan maken (als men dat
durft) maar beter nog, kan toekijken hoe anderen duiken. Er staan ook met enige regelmaat
beelden langs de boulevard, die wij geen van alle erg mooi vinden (Jan noemt ze
wanstaltig) en natuurlijk de onvermijdelijke grote Mexicaanse vlag op een punt waar hij
van alle kanten goed te zien is. Er zijn rijen kraampjes met souvenirdingetjes, maar
grotendeels gemaakt van schelpen die wij niet mee mogen nemen naar Nederland. Ook weer
stalletjes met vers fruit, en dat is uitermate welkom! We hebben tenslotte nog niet
gegeten. Na een paar kilometer bedenken we dat een ontbijt er ook wel ingaat, en we lopen
een Mariscos binnen. We krijgen een schaal tortillachips en pittige salsa op tafel of het
een diner betreft, en we ontbijten met vistaco's, gevuld met Marlijn. Als we verder lopen
komen we langs het stuk strand waar de vissersbootjes liggen. Het is een vrolijk gezicht,
mannen staan er bij hun boten te praten, enkelen sleuren hun bootjes naar zee, of doen
werk aan hun netten. Er zitten een heel stel pelikanen ook, leuke vogels zijn dat!
Nog een klein stukje verderop is Playa del Norte, en dat is precies
dicht genoeg bij de toeristenval van de Zona Dorada om nog leuk te zijn. Bovenlangs is een
boulevard waar ook auto's mogen rijden, onderlangs een gezellig strand. We dalen af, het
strand op en claimen een plekje onder een soort van parasol: een rieten afdakje op vier
palen, meer is het niet. Lies ligt meteen in het water, het is heerlijk hoewel de branding
vrij rustig is. Jan neemt wat meer de tijd. Lies voegt zich bij hem en na een uurtje
zonnebaden en een beetje suffen in de zon besluiten we samen te gaan zwemmen. Al doende
zien we hoe de pelikanen vissen; het is een behoorlijk inspannend proces. De pelikaan
stijgt met enkele nuffige hupjes van twee voeten tegelijk en veel vleugelgeklapper op van
het water, vliegt een klein vertikaal rondje en stort zich dan, bek vooruit en met
samengevouwen vleugels, als een torpedo weer te water. Het geeft een aardige plons.
Vrijwel meteen dobberen ze weer boven, al of niet met prooi die ze dan onmiddellijk moeten
proberen te behouden want de meeuwen die erbij zwemmen zijn brutaal genoeg om de vis weer
uit de bek van de pelikaan te roven. Boven het geheel zweven grote fregatvogels.
Een man met een blauwe pet is naast onze spullen onder de parasol
gaan zitten, en helemaal vertrouwen doen wij dat niet. We zwemmen dus naar de kant en gaan
bij onze spullen in de zon liggen opdrogen. De man zit rustig in de schaduw, even later
staat hij op en gaat met zijn rug naar ons toe tegen een van de palen leunen. Jan zegt
half in een grapje dat hij vast hyperventileert, omdat hij iets met een plastic zakje aan
het rommelen is. Een halve minuut later is ineens onze tas weg. Met die man mee
natuurlijk. Lies haar camera zit erin, Jan zijn schoenen zijn weg, maar wat erger is:
allebei Jan zijn brillen zitten in die tas! Naast ons onder de parasol zit een Brits
gezinnetje, en een Mexicaanse familie, die onze ontreddering meteen begrijpen. Ze
begrijpen nu ineens dat het niet zijn eigen tas was waarmee de man met de blauwe pet de
boulevard op klom, en wijzen unaniem waar de snoodaard heen is. Jan rent naar boven en een
meter of honderd verderop ziet hij inderdaad op de middenberm de dief met onze rugzak over
zijn schouder en Lies haar hoed in zijn hand. Jan trekt meteen een sprintje, op zijn blote
voeten en in zwembroek diagonaal de boulevard over, Lies dribbelt er zo snel mogelijk
achteraan. Jan heeft de man snel te pakken want dat gerommel met een plastic zakje was,
zoals de oplettende lezer misschien al begreep, lijmsnuiverij en de dief is te beneveld om
snel te reageren. Gelukkig maar. Jan grijpt de man in een soort van houdgreep waardoor hij
-je weet maar nooit- ook geen mes meer zou kunnen pakken of op een andere manier iets
onprettigs aan zou kunnen richten. Lies gaat, zodra ze er ook bij is aan de rugzak
trekken. De man laat die niet los, waarschijnlijk kon hij dat niet eens vanwege Jans
houdgreep, waarop Lies hem een stomp op zijn kaak geeft. Zijn zakje met lijm valt op de
grond bij de schermutseling, en dat is het enige waar hij echt op reageert: It's mine!
Twee minuten later zitten we, lacherig van opluchting en schrik weer onder de parasol.
Pfff. We blijken niks kwijt, en Jans portemonnee heeft al die tijd in zijn broek op het
strand gelegen.
Dan komt er een ober van een verderop gelegen strandtent aangelopen,
hij vraagt of Jan even mee wil komen. De "bad boy" zoals hij hem noemt, is
gepakt en de politie wil Jan spreken. Verderop zit de zwerver op de grond, een man die
vermoedelijk bij de bewaking van een van de hotels langs de boulevard werkt heeft alles
gezien, hem ingerekend en de politie erbij gehaald. De zwerver is al aardig wat helderder,
maar elke keer als hij wil gaan praten geeft de hotelbewaker hem een klap. Het gesprek met
de politie verloopt wat moeizaam want de agenten spreken alleen Spaans. Ze willen dat Jan
een aanklacht indient, dan kunnen ze de man in de gevangenis stoppen.
Het indienen van een aanklacht duurt volgens de politie een uur of
twee, maar Jan vermoedt zomaar dat dat de rest van de middag gaat kosten. En daarboven
denkt hij dat het niet veel zal helpen om de zwerver in de gevangenis te stoppen dus hij
stelt de agenten teleur: hij wil geen aanklacht. De zwerver wordt meteen weer losgelaten,
en Jan loopt ook weer terug naar de plek waar Lies zit te wachten. De zwerver is dankbaar,
wil Jans hand schudden maar Jan is natuurlijk toch nog best boos. Dan belooft de zwerver
-die opvallend goed Engels spreekt- dat hij zich niet meer in de buurt zal vertonen. Dat
lijkt Jan een goed idee. De rest van de middag passen de Britten onder de parasol naast
ons, als we willen zwemmen, op de tas
dat is een veilige gedachte.
Om een uur of vier zijn we in het hotel terug, waar we het zand van
ons af douchen en een halfuurtje op het balkon zitten. Dan halen we wat boodschappen bij
het winkeltje naast het hotel: wat van die zoete broodjes, koekjes, vruchtensap. Dat is
mooi als ontbijt voor de volgende morgen. We eten luxe: bij The Shrimp Bucket, dat onder
ons hotel is. We eten scampi op allerlei wijze: gekookt, gegrild in knoflookboter,
gefrituurd in een bierbeslagje, gebakken in kokos, garnalen eten moet wel vinden we.
Mazatlan profileert zich als de Shrimp Capital of Mexico, heeft een grote garnalenvloot,
en het aantal visrestaurants overstijgt alle andere horeca.
We wandelen geheel voldaan naar het Machados pleintje, waar nu de markt nog
wel open is. We bekijken boeken, weinig romans en veel studieboeken, alles in het Spaans.
Er zijn ook stalletjes met kunst, vooral veel kralendingetjes, sieraden en indiaanse
spullen. We nemen weer plaats bij café Machados, naast de Suikerbaronnen, de muziek is
vanavond wat minder overweldigend, maar de Cuba Libres zijn prima. Toch wordt het niet erg
laat
we zijn moe.